Tijdens de warme zomerdagen kunnen dieren wel wat afkoeling gebruiken. Zet geen ramen en deuren tegen elkaar open, dit veroorzaakt tocht. Sommige dieren kunnen hier ziek van worden. Een ventilator voor dieren is wel een goed idee. Vooral honden, katten, konijnen en knagers hebben hier veel baat bij. Zo voorkom je oververhitting bij het dier.
Meest verkocht voor dieren
Laag bij de grond, compact en geruisloosVerschil tussen ventilator en tocht
Soms wordt gedacht dat een ventilator voor dieren slecht is. Dit klopt niet want een ventilator veroorzaakt een luchtstroom maar geen tocht. Je spreekt van tocht wanneer je twee ramen of deuren tegen elkaar open staat. Er stroomt dan een koude en frisse wind door de woning. Deze wind is van buiten afkomstig.
Tocht kan verschillende ziektes zoals verkoudheid veroorzaken. Dit komt omdat er met tocht micro-organismen mee naar binnen worden genomen. Het is niet zo dat een dier van de tocht zelf ziek wordt, wel omdat deze micro-organismen het dier sneller bereiken. Met een ventilator verplaats je de lucht die al binnenshuis aanwezig is. Dit is dus iets heel anders dan tocht.
Ventilator voor de hond
Het probleem met honden is dat ze niet kunnen zweten. Ze kunnen alleen de warmte via de voetzolen of middels hijgen kwijtraken. Een hond heeft dus sneller last van de warmte. Merk je dat je dier veel ligt te hijgen en lusteloos is? Plaats dan een ventilator voor de hond. Bij voorkeur richt je de ventilator op een hoekje van de woning. Zo kan de hond zelf bepalen of hij hier gaat liggen. Dwing de hond nooit voor de ventilator!
Heeft de hond een zonnesteek of hitteberoerte opgelopen dan moet je wel snel handelen. De lichaamstemperatuur komt dan boven de 40° C uit. Dit kan tot allerlei schade aan organen leiden. Zet de hond nooit in een bad met ijswater, maak de hond liever nat met een plantenspuit. Zet de hond voor de ventilator of richt een föhn op de koude stand op het dier.
De kat afkoelen
Katten kunnen beperkt zweten maar dit doen ze alleen via de voetzolen. Een kat kan de warmte middels hijgen niet kwijt. Hierdoor raken katten sneller oververhit. Het lijkt heel logisch om een ventilator voor de kat te plaatsen. Toch vinden de meeste katten dit helemaal niet prettig. De haren van een kat zijn namelijk gevoelig, met name de snorharen. Al dat geblaas hiertegen wordt als vervelend ervaren.
Zet gerust een ventilator neer maar dan niet op de vaste rustplek van de kat. Mocht het dier nu echt voor de ventilator willen liggen dan kan hij hier zelf naartoe.
Konijn en ventilator
Zodra de omgevingstemperatuur boven de 25 °C uitkomt krijgen konijnen het moeilijk. Ze kunnen niet zweten maar gaan door de warmte hijgen. Het konijn raakt een groot gedeelte van de warmte via de oren kwijt. Het is belangrijk dat konijnen altijd een schaduwrijke plek hebben. Is het echt warm, dan mag je best gebruik maken van een ventilator.
Bekijk ventilator voor konijnen
Plaats de ventilator dusdanig dat deze niet rechtstreeks op het konijn blaast. Het beste kun je een ventilator nemen die heen en weer beweegt. Zet de ventilator op de laagste stand en laat hem van links naar rechts over het konijnenhok of de konijnenren bewegen. Zorg dat de ventilator in ongeveer een-derde van het hok niet blaast. Dit geeft het konijn de kans om vanuit de wind van de ventilator te gaan liggen.
Knaagdieren en oververhitting
Bij kleine knaagdieren is het vaak makkelijk om ze in een koelere ruimte te zetten. Toch kan ook hier de temperatuur hoger oplopen. Je mag een ventilator op de kooi of het hok van het knaagdieren richten. Zorg er wel voor dat de ventilator slechts de helft van de kooi voorziet van een luchtstroom. De andere helft moet altijd vrij blijven zodat het dier kan kiezen waar het wel liggen.
Bij knaagdieren kies je ook weer voor de laagste ventilatorstand. Wanneer je de ventilator laat bewegen (heen en weer) ontstaat er een klein maar fris briesje. Dit zal het knaagdier voldoende afkoelen. Let op want dieren die van oorsprong in de woestijn leven kunnen heel goed tegen hoge temperaturen. Denk hierbij aan de gerbil, woestijnspringmuis of woestijnslaapmuis. Een ventilator is dan niet direct nodig, wel voldoende vers water.
Een ventilator voor de vogel
Vogels zijn gevoelige dieren en kunnen snel ziek worden. Logisch dat je vogel niet op de tocht mag staan. Veel vogeleigenaren zijn bang om een ventilator voor hun vogel te gebruiken. Geen paniek, een ventilator veroorzaakt geen tocht. Het gaat hier om het versnellen van de luchtstroom binnenshuis. Zo ontstaat er een klein windje, iets dat buiten ook heel normaal is.
Wel moet de vogel de keuze krijgen of hij in of juist uit de wind wil zitten. Laat de ventilator daarom niet door de hele kooi blazen. Wanneer je vogels los door de woning vliegen kun je de ventilator ook op een van hun rustplaatsen richten. Je zult merken dat sommige vogels de koelte van de ventilator opzoeken maar na een kwartier weer vertrekken.
Is een ventilator slecht voor honden, katten of andere dieren?
Al jarenlang gaan er veel foutieve verhalen over ventilators rond. Zo zou een ventilator slecht zijn voor de hond, kan de kat er ziek van worden en een konijn of vogel er zelfs aan sterven. Zolang het dier niet tussen de roterende bladen van de ventilator belandt is er weinig aan de hand.
Je hebt hierboven al kunnen lezen dat een ventilator helpt om hond, kat, konijn of vogel af te koelen. Het dier moet altijd zelf kunnen beslissen of het in of uit de wind gaat zitten of liggen. Daarnaast zet je de ventilator niet op de allerhoogste stand, dit is voor veel dieren onprettig. Gebruik een ventilator alleen op de warmste dagen. Is het kouder dan 27 °C dan hoef je bij veel dieren geen ventilator in te zetten.
Zo zie je of je dier het te warm heeft
Bij de meeste dieren kun je goed zien of hij het te warm heeft. Het dier hijgt, is sloom of ligt op de zij. Houd er rekening mee dat niet alle dieren hijgen, maar bij warmte houden ze wel hun bek open. Een vogel zal zijn vleugels wat opzij houden, bedoeld om warmte kwijt te raken.
Het is ontzettend belangrijk om een dier dat het te warm heeft af te koelen. Vers drinkwater moet altijd aanwezig zijn. Geef het dier ook de kans om op zijn minst met de pootjes in het water te staan. Zorg dus voor een laag bakje water.
Zet een dier op extreem warme dagen ook nooit buiten, al helemaal niet in de volle zon.
