Lori vogel als huisdier: de startersgids

De lori is een papegaaiachtige die van oorsprong in Australië voorkomt. Hij staat ook wel bekend als de Lori van de blauwe bergen of de regenbooglori. Wil je een lori vogel als huisdier houden? In deze startersgids lees je alles over waar huisvesting, voeding en verzorging. Maar ook over het gedrag, kweken en nog veel meer.

Het uiterlijk van de Lori

Lori’s zijn kleurrijke vogels uit de papegaaienfamilie. Het zijn de meest opvallende vogels die als huisdier gehouden worden. Niet voor niets wordt deze vogel regenbooglori genoemd. Een andere benaming is Lori van de blauwe bergen, verwijzend naar het gebied van herkomst.

Er zijn verschillende soorten regenboogvogels. Je hebt de kleine en de grotere lori’s. De kleintjes worden ongeveer 19 cm lang en bereiken een leeftijd van gemiddeld 10 jaar. De grotere lori’s bereiken een lengte van 30 cm en kunnen rond de 20 jaar oud worden.

De felrode snavel is een duidelijk herkenningspunt. Het verenkleed is zeer kleurrijk. Zowel het gezicht als de buik heeft een diepblauwe kleur. Op de vleugels, de rug en het hoofd zijn groene veren zichtbaar. Verder is de borst felrood met aan de zijkanten geel en oranje.

De verschillende soorten Lori’s

De meeste mensen denken dat er maar één soort lori is, namelijk de Lori van de blauwe bergen. Het klopt dat deze soort het meest als huisdier wordt gehouden. Toch zijn er in totaal zes verschillende soorten. Hieronder staan ze overzichtelijk in een tabel.

SoortWetenschappelijke naamVerenkleedVerspreidingsgebied
RegenboogloriTrichoglossus haematodusRood, geel, groen, blauwAustralië, Indonesië, Zuidoost-Azië
Blauwe bergen loriTrichoglossus moluccanusBlauw, groenAustralië (Blue Mountains)
MuskusloriGlossopsitta concinnaHeldergroenOostelijk deel van Australië
Rode loriEos borneaRoodIndonesië, Papoea-Nieuw-Guinea, Salomonseilanden
Zwarte loriChalcopsitta atraZwart, enkele rode verenIndonesië, Papoea-Nieuw-Guinea, Salomonseilanden
SwainsonloriLorius hypoinochrousRood, geel, oranje, blauwNieuw-Guinea

Het verschil tussen de twee geslachten

Je kunt aan de hand van het uiterlijk niet zien of het een mannetje of een vrouwtje is. Dit kan alleen door (op latere leeftijd) goed naar het gedrag te kijken. Daarnaast kan een genetische test bepalen of het om een man of pop gaat.

Land van herkomst

De lori vogel komt van oorsprong voor in de kustgebieden in Noord- en Oost-Australië. Oftewel het gebied van de blauwe bergen.

Daarnaast komen deze vogels voor komt de buitenwijken van Perth, maar het gaat hier om ontsnapte vogels. Het is niet zo dat ze hiervan oorsprong voorkomen.

Kan een lori vogels leren praten?

Allereerst is het belangrijk om te weten dat geen enkele vogel echt kan leren praten. Papegaaiachtige zijn wel in staat om te imiteren. Dit betekent dat ze geluiden, woorden en soms hele zinnen kunnen imiteren. Een aantal vogels is een staat om klanken in relatie te brengen met een gebeurtenis, voedsel. Maar het is niet zo dat ze op dezelfde manier praten zoals mensen doen.

De kleinere soorten zullen niet zo snel leren ‘praten’. Het komt zelden voor dat een van de kleinere soorten ook echt woorden of zinnen imiteert. De grotere vogels zijn juist uitstekende praters.

Kleine Lori’s:

  • Regenbooglori (Trichoglossus haematodus)
  • Blauwe bergen lori (Trichoglossus moluccanus)
  • Muskuslori (Glossopsitta concinna)

Grote Lori’s:

  • Rode lori (Eos bornea)
  • Zwarte lori (Chalcopsitta atra)
  • Swainsonlori (Lorius hypoinochrous)

Een lori kiezen

Allereerst is het belangrijk dat je weet of je een grote of een kleine Lori wil gaan houden. De regenbooglori en de blauwe bergen Lori zijn de twee meest gehouden soorten. De grotere soorten kom je niet zo snel tegen, hiervoor moet je naar een gespecialiseerde kweker op zoek gaan.

Wanneer je bij een kweker of fokker gaat kijken, let dan goed op hygiëne. De kooien moeten schoon zijn en het voedsel en water moet er vers uitzien. Dit zegt veel over de gezondheid van de vogels.

Een gezonde Lori vogel heeft heldere oogjes, een schone snavel en schone pootjes. Het verenkleed ziet er gezond uit, zonder de aanwezigheid van gebroken veren. Er ligt een glans over het verenkleed. Wanneer je een iets oudere vogel koopt kan het dat deze in de rui is, hierdoor ziet het verenkleed er wat rommelig en soms dof uit. Houd hier rekening mee.

Volière of vogelkooi

Wanneer je een Lori voor als huisdier houdt, is het belangrijk om voor de juiste huisvesting te zorgen. Het beste kan hij in een binnenvolière of buitenvolière. Wanneer de vogel elke dag binnenshuis mag rondvliegen, dan is een kleinere kooi ook geschikt.

Lori’s houden van gezelschap. Het beste houd je ze in koppeltjes. Bijvoorbeeld een mannetje en vrouwtje of twee mannetjes. Soms gaan twee vrouwtjes ook goed samen. Vaak wordt gezegd dat mannetjes niet samen kunnen, maar bij voldoende ruimte vormt dit geen probleem. Het gaat uiteindelijk om de karakters en of dit samen gaat, niet om het geslacht.

Grote lori’s kun je beter niet met andere papegaaiachtige samenhouden. Er kunnen gevechten ontstaan, met soms vervelende gevolgen.

Kijk ook goed naar het materiaal van de kooi of volière. Een aluminium volière is steviger en kan niet zo snel kapotgaan. Lori’s kunnen een houten kooi of volière snel kapot knagen.

Het zijn echte klimvogels, waardoor je voor een kooi met horizontale tralies moet kiezen. Bij een of volière is dit niet zo snel van toepassing, hier kunnen de vogels altijd klimmen. Plaats een of meerdere eucalyptustakken in de kooi of volière, dat vinden ze erg fijn.

Het voedsel van de lori

Het dieet van de Lori vogel is gebaseerd vloeistof. Het bestaat uit suikerachtige nectars die je in voedselbekers aanbiedt. Het is dus niet zo dat je de lori blij maakt met een zadenmengsel.

In de vrije natuur eten deze vogels voornamelijk nectar en pollen, aangevuld met insecten en vruchten. Het is belangrijk om de natuurlijke voeding na te bootsen. Ze hebben dagelijks een portie nectar en fruit nodig, dit vul je eventueel aan met speciale pellets. Ook is er droge voeding voor nectaretende vogels verkrijgbaar. Dit is een poeder dat veel op stuifmeel lijkt.

Het is belangrijk om het natte vervoer binnen twee uur te vervangen, anders krijg je bacteriegroei en kan de vogel hier ziek van worden.

Houd er rekening mee dat de natte voeding ook voor natte uitwerpselen zorgt. Wanneer de lori binnenshuis los rondvliegt, kom je wat vaker aan het goed zijn. Ook de kooi of volière is sneller vies.

Het gedrag van deze vogels

Lori’s hebben een onstuimige aard. Dit betekent dat ze erg beweeglijk en soms ronduit druk zijn. Maar ze zijn ook heel lief, je kunt er een zeer goede band mee opbouwen. Hierbij is het belangrijk om elke dag aandacht aan de vogel te besteden.

Een goed getrainde Lori houdt van gezelligheid en gezelschap. Hij zal uit blijdschap af en toe een dansje maken, dat heel grappig is om te zien. Wel moet je er rekening mee houden dat hij nogal rommelige eetgewoonten heeft en dat je ook overal de zachte ontlasting tegen komt. Met goede training en veel geduld is het mogelijk om de vogel zindelijk te maken, waardoor hij zijn ontlasting alleen op bepaalde plekken laat vallen.

Lori’s houden van spelen. Ze hebben veel speelgoed nodig zodat ze bezig blijven. Ze knagen aan alles, zorgt daarom voor veilig speelgoed van hout of karton. Let goed op je meubels, want die kunnen al snel kapot worden geknaagd. Net als je muren, deuren en andere dingen.

Lori’s kunnen ook luidruchtig zijn. Als eigenaar heb je geen probleem mee, maar je buren kunnen er last van hebben. Al helemaal wanneer je de vogel buiten houdt (in een volière). Overigens kun je met een lori die je buiten houdt niet zo’n goede band opbouwen.

Symptomen van ziekte

Lori’s zijn winterharde vogels. Dit betekent dat je ze prima en een buitenvolière kunt houden, mits je ook voor een goed Winterhok of nachthok zorgt. Binnenshuis mag de kooi niet op de tocht staan.

Hygiëne is bij de Lori vogel heel belangrijk. Een zieke vogel herken je aan een gebrek aan energie. Ook ziet het verenkleed er dof of rommelig uit. Houd er rekening mee dat vogels een hele snelle stofwisseling hebben. Wanneer ze 24 uur niet eten, zijn ze gevaarlijk zwakker geworden.

Het is dus niet aan te raden om het een tijdje af te wachten. Neem bij ziekte zo snel mogelijk contact op met een gespecialiseerde vogelarts. Bedenk dat de meeste dierenartsen weinig kennis omtrent vogels hebben, dit is dus niet altijd de beste keuze.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Schuiven naar boven