Welk nestkastje voor welke vogel

Help de vogels met een nestkast. Dit biedt ze de mogelijkheid om een nestje jongen groot te brengen. Maar welk nestkastje voor welke vogel heb je nodig? Hier zijn wel wat richtlijnen voor. Bekijk welk nestkast je nodig hebt, waar je deze koopt en wat de beste positie voor het huisje is. Want dat laatste is ook heel belangrijk.

Nestkastje of vogelhuisje

Soms wordt met een vogelhuisje een voederplaats bedoeld. Maar een vogelhuisje kan ook net zo goed een nestkastje zijn. Hoe dan ook, een nest was is specifiek bedoeld voor het nestelen van vogels.

Ook niet zomaar een standaard nestkastje. Je zult merken dat er veel verschillende modellen verkrijgbaar zijn. Grote of kleine, rechtopstaand of liggend en met grote of kleine vliegopening. Elke vogelsoort vraagt weer om een ander nestje.

Welk nestkastje voor welke vogel?

Weet je niet wat je moet kopen? Dan is het eerst goed om te kijken welke vogelsoorten in de tuin of de omgeving voorkomen. Wanneer je hier geen idee van hebt is er nog geen man overboord. Hieronder vind je de meest voorkomende vogelsoorten in Nederland en België. Daarbij staat hoe je ze herkent en welk nestkastje er nodig is.

Pimpelmees en koolmees

Veel mensen vinden het lastig om het verschil tussen pimpelmees en koolmees te herkennen. De pimpelmees heeft een opvallend gele borst, zwarte oogstrepen en blauwgekleurde vleugels. Mannetjes zijn feller gekleurd dan vrouwtjes. Opvallend aan de pimpelmees is de blauwe kleur bovenop zijn koppie, alsof hij een petje draagt.

Ook de koolmees heeft een gele buik maar hier loopt een zwarte verticale band overheen. Net alsof hij een stropdas draagt. Zijn kop is blauwzwart en hij heeft witte wangen. Ook nu weer zijn mannetjes feller gekleurd dan vrouwtjes.

Let op want de pimpelmees is kleiner dan de koolmees. Dit vraagt dan ook om een nestkastje met een andere vliegopening. Dit heb je nodig:

  • Vliegopening 28 mm doorsnede: pimpelmees of zwarte mees
  • Vliegopening 32 mm doorsnede: koolmees of kuifmees

Bekijk pimpelmees nestkastjes

Naar koolmees nestkastjes

De huismus

In stedelijke gebieden komt de huismus vaak voor. Deze vogeltjes zijn 14-16 cm groot. Ze hebben een overwegend bruine kleur. Mannetjes hebben vaak ook grijze wangen en een zwarte aftekening onder de snavel. Vrouwtjes zijn lichter van kleur.

Meestal nestelen huismussen zich in spleten en gaten van gebouwen of daken. Je kunt de huismus helpen door een speciale dakpan aan te schaffen en te plaatsen. Of je gaat voor een steen met een gat erin, die je vervolgens in de muur metselt. Voor huismussen hoef je geen nestkastje aan te schaffen. Maar wanneer je dit wel wil dan moet het kastje een ovale vliegopening hebben van 34 mm doorsnede.

Dit zijn geschikte huismuskastjes

De huismus nestkastjes zijn ook geschikt voor de ringmus, de bonte vliegenvanger en de booklever.

Grote bonte specht en spreeuw

Ook de grote bonte specht en de spreeuw zijn twee trouwe gasten in de tuin of de omgeving. Meestal bouwt de grote bonte specht zijn naast in een boomstam. Maar je bespaart hem een hoop werk met een speciaal nestkastje.

Je herkent deze vogel aan zijn spierwitte buik, een rode broek en de zwart-witte vleugels. De mannetjes hebben een rood achterhoofd, bij de vrouwtjes is dit zwart van kleur.

Naar nestkastjes voor spreeuw en specht

De spreeuw vraagt om een gelijkwaardig vogelhuisje als de grote bonte specht. Spreeuwen herken je aan hun zwarte kleur met een paarsgroene glans. Er zijn witte tot geelwitte spikkels op de veren aanwezig.

De kauw

Kauwen behoren tot de familie der kraaien. Hij is zwartgrijs van kleur, heeft een donkere snavel en een lange staart. De nek is lichter van kleur, net als zijn achterhoofd. Een kauw is altijd kleiner dan een kraai. Voor deze vogel heb je een nestkastje met een invliegopening van 80 mm doorsnede nodig.

Winterkoning, kwikstaart en roodborstje

Voor het Winterkoninkje, de kwikstaart of het roodborstje kies je een halfopen nestkast. Dit hang je op een beschutte plek neer, het liefst tegen of in dichte struiken.

Zo moet je een nestkastje ophangen

Hang een nestkastje nooit met de invliegopening naar het zuiden. De zon staat dan gedurende de hele dag op de eieren of de jonge vogeltjes te bakken. Dit zorgt voor sterfte. De opening hang je dus naar het oosten, het noordoosten of het noorden (liever ook niet naar het westen).

Tip: denk eens aan een camera in het vogelhuisje. Zo volg je het opgroeien van de jonge vogeltjes.

Hang het nestkastje 1,5 tot 2 meter van de grond. Het liefst op een rustige aan beschutte plaats, zodat de vogels niet gestoord worden. Hoe leuk het ook uitziet, het is geen goed idee om meerdere nestkastjes naast elkaar te hangen. De broedende vogels raken gestrest door elkaar en kunnen zelfs het nest verlaten of gaan vechten.

Schuiven naar boven