Wat is er lekkerder dan een vers tomaatje, afgemaakt met wat peterselie. Voor mensen een heerlijk gerecht, maar de vraag is of dieren dit ook mogen hebben. De baardagaam is een reptiel met een veelzijdig dieet. Hij eet niet alleen insecten maar ook groenten en fruit. Je zou dus denken dat ze probleemloos tomaten en peterselie kunnen eten, en in kleine porties mag dit ook.
Tomaten aan baardagamen voeren
Wees voorzichtig met het voeren van tomaat aan de baardagame. Dit mag je zeker niet te vaak geven, in ieder geval niet vaker dan tweemaal per maand. Per keer geef je een kwart tomaat, zeker niet meer.
Tomaten bevatten veel vitamine A. Op zich is dit goed, maar niet voor dit reptiel. Wanneer hij teveel vitamine A binnen krijgt dan leidt dit tot uitdroging, zwelling en verzwakking. Het probleem met tomaten is dat het ook veel fosfor bevat. Van fosfor is bekend dat het calcium in het lichaam bindt. Wanneer de baardagamaan te weinig calcium heeft, dan kan hij niet goed functioneren. Het leidt mogelijk tot een metabole botziekte, met de dood tot gevolg.
Naar de online reptielenwinkel
De voedingswaarde van deze groenten
Ondanks dat tomaat vaak een groente wordt genoemd behoort het eigenlijk tot het fruit. Het bevat vooral veel vitamine A, C en K. Deze vitamines zijn van invloed op het immuunsysteem en helpen bij een gezonder leven. Daarnaast heeft het een positief effect op het zicht en de voortplanting.
Nog een voordeel is dat tomaten een laag suikergehalte hebben, dit in tegenstelling tot veel ander fruit. Daarom is dit een gezonde snack, maar met mate. Wees dus voorzichtig met het voeren hiervan en houd de aanbevolen dosering als richtlijn aan.
De baardagaam peterselie geven
Dan heb je ook nog peterselie, dit is een kruidachtige plant. Net als tomaat moet je met peterselie ook heel voorzichtig zijn. Het bevat namelijk oxalaat. Dit is een organische verbinding die in verschillende planten voorkomt, waaronder peterselie maar ook tomaat. Oxalaat beschermt de plant zodat deze kan overleven. Helaas brengt deze stof voor mensen en dieren gezondheidsrisico’s met zich mee.
Oxalaat bindt zich aan mineralen in de darmen. Het gaat dus een verbinding aan met kalium, zink, calcium, ijzer en magnesium. Het gevolg is dat deze mineralen niet door het lichaam worden opgenomen. Hierdoor kan er een tekort ontstaan, en dat is natuurlijk niet goed voor de baardagame.
Advies: geef geen peterselie
Het is beter om dit reptiel geen peterselie te geven. Er zijn voldoende alternatieven voor peterselie te vinden. Veilige groenten zijn paprika, komkommer en andijvie. Geef tomaat in beperkte mate. Wees ook voorzichtig met het voeren van spinazie, broccoli, bonen, erwten en wortelen. Die bevatten net als peterselie veel oxalaten.
Denk ook eens aan de bladeren van paardenbloemen, die kun je veilig geven. Net als de bloemen zelf. De steel moet je juist niet voeren, die is ongeschikt. Wanneer je paardenbloemen plukt moet dit nooit langs een weg zijn, omdat de bladeren en de bloemen dan besmet zijn met uitlaatgassen. Pluk ook geen paardenbloemen waar honden en katten hun behoeften doen.
Met betrekking tot fruit kun je veel geven, maar wees voorzichtig met citrusvruchten. Ook die staan bekend om de aanwezigheid van oxalaten.
Extra vitaminen, mineralen en calcium geven
Veel baardagamen komen op den duur belangrijke vitaminen, mineralen en calciumtekort. Daarom is het goed om voor een supplement te gaan en dit aan het dier te geven. Dit kan gewoon door de voeding, bijvoorbeeld door het maken van een salade met dit supplement.
Bekijk vitaminen & mineralen voor reptielen
Op de verpakking staat altijd aangegeven hoeveel je van het supplement (preparaat) moet geven. Houd de aanbevolen dosering aan. Zo blijft de baardagame in goede gezondheid.
Het voeren van insecten
Jonge reptielen eten voor 80% insecten en 20% plantaardig voedsel. Bij volwassen dieren is dit een verhouding van 60/40. Er zijn ook exemplaren die tot wel 50% aan plantaardig voedsel naar binnen werken.
Het is belangrijk dat de baardagaam net zoveel insecten krijgt als hij op kan. Geschikte insecten zijn krekels, sprinkhaan en meelwormen. Verder kun je wasmotlarven voeren, maar niet te veel. Wasmotlarven zijn namelijk erg vet en moeten meer als traktatie worden gezien. Geef deze dus af en toe, om het dier te verwennen of te belonen.
