Kikkervisjes kweken: kikkerdril vangen en verzorgen

Kikkervisjes zijn jonge kikkers, ze lijken nog het meest op mislukte visjes. Wil je kikkervisjes kweken? Dan heb je kikkerdril nodig. In het voorjaar kom je kikkerdril in slootjes en vijvers tegen. Je mag kikkerdril van de Bruine en de Groene kikker mee naar huis nemen. Met een goede verzorging komen uit deze eitjes de jonge kikkervisjes, die uiteindelijk in volwassen kikkers veranderen.

Help de kikkers in Nederland en België

Kikkers zijn beschermde diersoorten. Dit betekent dat je ze niet mag vangen of doden. Maar je mag wel de eitjes van de Bruine kikker en de Groene kikker meenemen. Die mag je thuis of misschien wel educatief (in een klaslokaal) verzorgen.

Door kikkervisjes te kweken help je het voortbestaan van de kikkers. Je laat de volwassen amfibieën in de vrije natuur los, waardoor je hun populatie vergroot.

Handleiding kikkervisjes kweken

Het is belangrijk dat de kikkervisjes goed en gezond opgroeien. Ze hebben een goede leefomgeving nodig en natuurlijk het juiste voedsel. Wil je kikkervisjes kweken? In deze gids lees je alles over het kweken van deze bijzondere diertjes.

Het verschil tussen kikkerdril en kikkervisjes

Kikkerdril bestaat uit een klompje eitjes dat op het water drijft. Een vrouwtjes kikker legt in de lente haar eitjes in het water. Uit deze eitjes komen zwarte kleine visjes. Deze worden kikkervisjes genoemd, een andere naam hiervoor is donderkopjes.

Kikkerdril vangen en meenemen

Is er een sloot of een vijver vlakbij je woning? Grote kans dat je hier hoopjes kikkerdril vindt. Meestal drijft dit in het ondiepe gedeelte, dat is aan de waterkant. Het blijft tussen de planten hangen.

Kikkerdril vind je van eind maart tot en met juni in sloten en vijvers. Wacht hier niet te lang mee, want er is altijd een kans dat de eitjes al zijn uitgekomen voordat je ze gevonden hebt.

Wanneer je op zoek gaat naar kikkerdril is het belangrijk om een emmertje en een schepnet mee te nemen. Vul de emmer met slootwater of vijverwater. Haal met het schepnet wat kikkerdril uit het water. Zorg dat er wel wat kikkerdril achterblijft, je moet niet alles weghalen.

Stop het kikkerdril in de emmer met water. Nu kun je het makkelijk en veilig naar huis vervoeren.

Een geschikte bak

Je hebt een goede bak nodig waar de kikkervisjes kunnen opgroeien. Zet de bak bij voorkeur buiten neer. Het stilstaand water trekt steekmuggen aan, die leggen hun eitjes in het water. De larven van de muggen worden door de kikkervisjes opgegeten.

Heb je toevallig een leegstaand buitenzwembad? Vul dit met een laagje water, ideaal om kikkervisjes te kweken. Er mag geen chloor of ander middel in het water zitten, dit het is slecht voor de visjes. In plaats van een zwembadje kun je gebruik maken van een oude teil, een grote schaal of misschien wel een ongebruikt babybadje of een badkuip.

Het is ook mogelijk om binnenshuis kikkervisjes te kweken. Wel moet je dan voor een goede ventilatie in de kamer zorgen. Er moet namelijk voldoende zuurstof bij het water kunnen.


Inrichting van de bak of het aquarium

Het is aan te raden om een laagje grind op de bodem van de bak of het aquarium te leggen. Zorg ook voor schuilmogelijkheden. Bijvoorbeeld een terracottapot die je op zijn kant legt. Doe wat kleine planten in het water. Weet je niet welke planten geschikt zijn, haal dan wat plantjes uit de vijver of de sloot.

Wanneer de kikkervisjes groter worden, komen ze aan land. Die mogelijkheid moeten ze dan ook hebben. Zorg daarom dat er iets boven het water uitsteekt. Creëer bijvoorbeeld een eilandje. Houd er rekening mee dat kikkers kunnen verdrinken, ze moeten regelmatig boven water komen omdat ze longen hebben.

De hoeveelheid kikkervisjes in een bak

Per liter water kun je tot maximaal 10 kikkervisjes houden. Wanneer je er meer houdt, is de kans aanwezig dat er zuurstoftekort dreigt. Hierdoor kunnen ze sterven. Ook is de kans aanwezig dat ze elkaar gaan opeten.

Let op de kwaliteit van het water

Normaal kraanwater is minder geschikt voor het kweken van kikkervisjes. Het beste kun je in het begin het slootwater mengen met mineraalwater (zonder prik). Ook regenwater is hier geschikt voor. Wanneer je kraanwater gebruikt, kun je dit beter 24 uur in een bak of emmer laten staan. Hierdoor verdwijnen de chemicaliën die in kraanwater zitten.

Over het algemeen is het kraanwater in Nederland en België erg schoon, maar het is altijd beter om het nog even 24 uur te laten staan. Dit geldt niet alleen voor het kweken van kikkervisjes maar ook wanneer je het als aquariumwater voor een tropisch aquarium gebruikt.

De kikkervisjes komen uit het ei

Het is niet te zeggen wanneer de kikkervisjes uit het ei komen. Dat hangt ervan af hoe lang het kikkerdril er al lag, voordat je het hebt meegenomen. Onder goede omstandigheden komen de eitjes binnen twee weken uit. Maar dit kan ook tot drie weken duren.

De eerste twee dagen teren de jonge kikkervisjes nog op de eierdooier. Op de tweede dag moet je beginnen met voeren. Wanneer je slootwater met het water in de bak mengt, weet je zeker dat ze de beschikking hebben tot algen en larven. Maar vaak is dit niet voldoende om van te leven, simpelweg omdat de kikkervisjes beperkt worden in hun voedsel.

Het voeren van de visjes

Voer kleine stukjes sla en andijvie, weegbree en paardenbloem. In het begin is het aan te raden om dit even te koken, zodat de bladeren zacht worden. Voor hele jonge kikkervisjes is dit makkelijker te eten. Daarnaast kun je visvoer geven. Ze zijn ook dol op muggenlarven. Levende muggenlarven koop je in een aquariumspeciaalzaak.

Wanneer de kikkervisjes ongeveer een week oud zijn, kunnen ze al muggenlarven eten. Hier groeien ze goed van.

Hier vind je levende rode muggenlarven

Wees voorzichtig met visvoer dat bedoeld is voor aquariumvissen of vijvervissen. Kikkervisjes vinden dit lekker, maar het is niet zo goed voor ze. Wanneer je hier teveel van geeft kunnen ze zich overeten. Bovendien raakt het water ernstig vervuild, waardoor de diertjes uiteindelijk doodgaan.

De metamorfose

Het is een bijzonder iets, een visje dat uiteindelijk verandert in een kikker. In het begin heeft het visje alleen nog een staart. Als eerste verschijnen de achterpoten. Hierna komen de voorpoten. Op dat moment zal het diertje aan land kruipen. Later is het een kikker met een lange staart. Die staart verdwijnt uiteindelijk. Wat overblijft is een volwassen kikker.

Terug de natuur in

Wanneer het kikkervisje achterpoten en voorpoten heeft, kun je hem het beste terugzetten in de natuur. Sommigen wachten hiermee totdat het een volwassen kikker is. Je moet wel weten dat volwassen kikkers andere dingen eten dan kikkervisjes. Een volwassen kikker heeft behoefte aan levende insecten.

Zet de kikker zo snel mogelijk in de natuur uit. Zo kan hij zich verder voortplanten en heb jij je taak volbracht. Het volgend jaar kun je weer opnieuw kikkervisjes kweken.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Schuiven naar boven