Paardrijden is een sportieve en leuke bezigheid. Beginnende ruiters starten met het rijden in een rijbak. Dit kan binnen of buiten zijn, de rijbak is altijd goed omheind. Wel zo veilig. Je kunt verschillende figuren rijden. Bijvoorbeeld rechten of gebroken lijnen. Maar hoe noem je het rijden van een rondje in de bak? Alles heeft zo zijn naam, dus ook dat rondje dat je rijdt.

De hoefslag in een rijbak
Een rijbak is niet zomaar ontworpen. Er is sprake van bepaalde indeling en er gelden regels. De meeste rijbakken zijn voorzien van letters. Op de korte zijde vind je de letters A en C. Op de lange zijde de letters F, B, M en aan de andere kant H, E en K. Vind je het lastig om de volgorde van de letters te bepalen? Dan is dit de volgorde (op de linkerhand): Alle Friese Boeren Met centen Hebben Een Koe.
Dan heb je nog de hoefslag. Dit is de baan in de bak. Vaak zie je dat deze baan wat uitgesleten is. Wanneer de rijbak vlak is getrokken, dan is de hoefslag niet meer zo goed zichtbaar. De hoefslag loopt altijd langs de rand van de bak.
Zo noem je het rijden van een rondje
Wanneer je aan dressuur doet, kun je verschillende figuren met het paard of de pony rijden. Een van die figuren is een rondje.
Hoe noem je het rijden van een rondje in de bak? Dit heet een volte. Hierbij maak je onderscheid tussen grote en kleine volte. Maar je hebt ook een halve grote en een halve kleine volte.

Premium laarzenknecht met hielbescherming, krasvrij en gebruiksvriendelijk.
Grote volte en kleine volte
We beginnen met de grote volte? Dit is een rondje die je van de ene lange zijde naar de andere lange zijde maakt. Je kunt de grote volte op verschillende punten beginnen. Bijvoorbeeld bij de A of bij de C. Maar ook bij de E of de B. Wanneer je bij de A begint, maak je van hieruit een mooi rondje waarbij je het punt tussen de H en E volgt, de X (dit is het midden van de rijbaan), naar het punt tussen B en M en weer terug naar de A. Of andersom, wanneer je op de rechterhand rijdt.
Een kleine volte is een halve grote volte. Die begin je bijvoorbeeld bij de B, waar je het rondje inzet. Dan zorg je dat je bij de X uitkomt, en zo weer naar de B. Een kleine volte is dus net zo breed als de helft van de rijbak (in de breedte). Terwijl een grote volte de gehele breedte beslaat.
Lees ook: Stelling: paardrijden is dierenmishandeling
Een halve volte
Je kunt ook een halve volte rijden. Meestal begin je met een halve grote volte. Dit is de helft van een grote volte, hierna rij je weer rechtdoor. Je begint bijvoorbeeld, wanneer je op de rechterhand rijdt, bij de B met het inzetten van een rondje. Hierbij rij je in een boog naar de E toe. Maar zodra je bij de E aankomt, volg je de hoefslag weer.
Een halve kleine volte is voor gevorderden. Sowieso zijn kleine voltes moeilijker te rijden. Niet alleen voor de ruiter, ook vraagt dit meer buiging en verzameling van het paard.
De slangenvolte
Dan heb je nog de slangenvolte. Hierbij is de cirkel die je rijdt niet 360° rond, maar ongeveer twee-derde. Eigenlijk maak je een halve volte, rijdt een paar passen vooruit en dan met eenzelfde boog de andere kant op. Een slangenvolte bestaat uit drie tot zes bogen.
Een acht rijden
Wanneer je twee grote voltes naast elkaar rijdt en die zijn elk even groot, dan spreek je over een acht rijden. Bij dit figuur is het altijd belangrijk dat de X het middelpunt is. Een acht rijden is geen makkelijke oefening, beginners starten altijd met een grote volte.
Een dubbele volte
Hoewel een dubbele volte een beetje lijkt op een acht rijden, zijn er toch wel wat verschillen. Bij een acht rijden neem je de X als middelpunt en is zowel het startpunt als het eindpunt van de twee voltes.
Wanneer je een dubbele volte rijdt, doe je dit twee keer achter elkaar en zijn de voltes identiek. Dit betekent dat je bijvoorbeeld op de A begint met het rijden van een volte, en hierna de tweede volte ook weer eindigt.
Afmetingen van de voltes
De grote volte heeft een gebogen lijn van ruim 60 meter. De middellijn bedraagt 20 meter. Gaat het om een kleine volte, dan heeft deze een gebogen lijn van ruim 30 meter en een middellijn van 10 meter.
Er is ook nog een kleinere volte, met een middellijn van 6 meter. Deze is alleen uit te voeren door getrainde paarden.
Hoe rijd je een wending?
Voltes zijn belangrijk om aan te leren. Het zorgt ervoor dat het paard beter wendingen kan lopen. Zowel in wendingen als voltes moet het paard iets naar binnen kijken. Dit noem je stelling, waarbij niet alleen zijn hoofd wat naar binnen staat maar er ook een buiging in het lichaam ontstaat. Het paard kan niet goed wenden wanneer zijn lijf stijf en recht is.
Voltes oefenen zijn dus belangrijk. Soms gebeurt het dat de volte te klein wordt. Je bent dan snel geneigd om aan de buitenteugel te trekken. Het probleem hiermee is dat je het paard de verkeerde stelling aan laat nemen, of dat hij de verkeerde kant opgaat.
Een te kleine volte corrigeer je door de kuit van het binnenbeen tegen het paard aan te leggen. Met de binnenteugel zorg je dat het paard een beetje naar binnen kijkt. Met de buitenteugel blijf je contact houden. Vervolgens druk je met de binnenkuit tegen de buik van het paard, en breng je je lichaamsgewicht naar buiten. Hierdoor wordt de volte vanzelf weer groter.
Het kan ook dat de volte te groot wordt. Meestal komt dit omdat je met je lichaamsgewicht te veel naar de buitenkant zit. Verplaats je lichaamsgewicht naar de binnenkant. Wanneer je de binnenstijgbeugel goed onder je voet voelt, dan betekent dit dat je lichaamsgewicht aan de binnenkant zit. Houd de buitenteugel goed tegen de hals zodat je contact hebt. Door met het buitenbeen tegen de buik van het paard te drukken, wordt de volte wat kleiner.
Ontdek de betoverende wereld van paardrijden. Verrijk je kennis en vaardigheden met deze inspirerende boeken. 🐎📚
Paard op hol: op een volte zetten
Wanneer een paard op hol slaat zetten veel ruiters hun paard of pony op een volte. Op zich is dit een goede methode want het dier kan geen kant meer op. Maar een paar voltes zal hij vanzelf afremmen. Het probleem is dat je uit paniek het paard omver kan trekken. Maar het kan ook dat een paard of pony zo in paniek is, dat hij niet meer op de hulpen reageert.
Wanneer een paard op hol slaat heeft het geen zin om aan bij de teugels te trekken. Het paard zal alleen maar terugtrekken en zich nog sterker maken.
De ‘one rein stop’ is een goede noodrem die je jezelf moet aanleren. Hierbij gebruik je één teugel terwijl je jouw gewicht goed op de binnenkant houdt. Om het jezelf makkelijk te maken breng je jouw arm richting je been (binnenkant). Kijk via je binnenbeen naar de grond om te voorkomen dat het paard jou op de buitenkant zet, waardoor de volte groter wordt.
Oefen de ‘one rein stop’ regelmatig met je paard of pony. Zo ben je in noodsituaties goed voorbereid, en weet het dier ook wat van hem of haar verwacht wordt.
